ALGEMEEN 

|

 

Clubblad 

|

 

Artikelen


Op deze pagina vindt u het artikel "hoe gaat het met?" dat is gepubliceerd in de vijfde editie van "Doeltreffend" van het seizoen 2009-2010.



Hoe gaat het met?
  |  editie 5 - seizoen 2009-2010  |

Deze keer hebben we in de rubriek Hoe gaat het met gekozen voor Dolf Hendriks. Vele zullen zich nog herinneren hoe deze trainer op zijn brommer door weer en wind van Beugen naar Gassel kwam voor de wedstrijden en trainingen. Voor diegene die hem nog niet kennen, hebben we Dolf gevraagd te vertellen over zichzelf en zijn voetbalverleden.

Dolf Hendriks Ik ben Dolf Hendriks, geboren op 15 maart 1928 in Goch in een gezin van 6 kinderen. Toen in de jaren 30 de Nederlanders in Duitsland het veld moesten ruimen, kwam ons gezin in Beugen terecht. En tot op de dag van vandaag ben ik daar nog woonachtig. Ik groeide op en ging werken in de bouw als metselaar. Maar het voetbal had toen al lang de overhand gekregen. Aangezien je in die tijd nog geen A en B jeugdelftallen had, stond ik op mijn 14e al in het eerste elftal van Beugen. Ik was een echte nummer 9, maar ja toen waren er nog geen rugnummers, je was al blij met een schoon shirtje. Tot mijn 34e heb ik het vol kunnen houden als spits. Ik was een lichtgewicht en razendsnel en had de reputatie om met behulp van een handsbal mijn voordeel te behalen. Natuurlijk heb ik wat klappen en schoppen gekregen, maar ook de nodige uitgedeeld. Mijn vader is jaren voorzitter van de club geweest en vond het natuurlijk geweldig als ik weer eens voor het Maasbuurt of zelfs het Brabants elftal mocht uitkomen. Maar toen Udi serieuze interesse toonde in mij, was dat geen optie voor mijn ouders. Mijn vader zei: "Je kunt gaan, maar dan kom je er hier niet meer in". Zo ging dat in die tijd, hoe anders is dat nu.

. Dus bleef ik in Beugen en trouwde in 1955 met Nelly Kersten. Een echte Beugense uit een gezin met nog 11 kinderen. Al kwam ik dan niet gelijk door de keuring bij haar ouders, uiteindelijk kon ik het er heel goed vinden. Vooral doordat ik mijn schoonvader nog wel eens meenam naar het voetbal. Zo zat hij ooit bij VVV op de tribune en was zo onder de indruk van alles in het stadion, dat hij van het voetbal niks heeft gezien. Mijn vrouw en ik hebben een schat van een dochter gekregen, Hetty en inmiddels ook een schoonzoon in Theo Meulensteen. Samen hebben zij 2 geweldige dochters, Latifa en Thanee. Door hen kom ik de laatste tijd wel weer eens op een voetbalveld. Maar toen mijn trainerscarrière. Ik werkte toentertijd bij Chicopee in Cuijk en kwam in contact met Marius Franken uit Gassel. Hij stelde voor om bij de VV Gassel de jeugd te komen trainen. Aangezien ik al wat deed in die richting, heb ik ingestemd. Ik ging de A en de B jeugd trainen en heel af en toe ook het tweede elftal, omdat de jeugd daar vaak in terecht kwam na hun overstap van junior naar senior. 3 keer per week in weer en wind op en neer van Beugen naar Gassel met de Mobylette en later de brommer. In die tijd was Theo Bulkens voorzitter. Leuke anekdote met hem was toen het een keertje regende voor de training hij voorstelde om het maar af te lasten. Ik vroeg hem toen of de wedstrijd op zaterdag ook niet door zou gaan als het zou regenen. Houden we er dan maar mee op? Dit is typerend voor Gassel,; gemoedelijkheid en een prettige sfeer en alles was mogelijk.

Zo ook het voorval met een speler die altijd te laat kwam. Bij mij staat zo iemand er dan steevast naast bij de volgende wedstrijd. Maar de voorzitter vertelde mij, dat het werk op de boerderij nou eenmaal voorging en dus kon ik in deze een eerlijk verschil maken. Zo bracht ik de voetballers ook nog wel eens het een en ander bij, want niet alleen moesten ze in Gassel wat harder worden, ook mochten ze het veld niet op als de schoenen niet gepoetst waren. Ze probeerden steevast met de modder van de vorige wedstrijd onder de zolen te voetballen. In die tijd heb ik me kunnen ontwikkelen in het trainersvak, ik heb natuurlijk nooit een cursus gedaan, maar mezelf alles aangeleerd. Ik heb in Gassel een prachtige tijd gehad en ik kreeg de kans om me te ontplooien. Mede dankzij de al eerder genoemde voorzitter en onder andere Jo van Roosmalen, Tiny ten Haaf en Jan Josemanders. Zij zijn nog op mijn 25_jarige bruiloft geweest, dat cadeau, een bord, hangt nog altijd bij ons in de keuken. Na een aantal jaren kwam JVC om de hoek kijken. Halverwege het seizoen werd overeengekomen tussen beide besturen dat ik naar Cuijk mocht gaan. Daar ben ik iedereen nog steeds heel erg dankbaar voor. En ik was dan ook tot tranen geroerd, toen bij de eerste wedstrijd van JVC half Gassel langs de lijn stond te kijken. Zoiets is onbetaalbaar. Voor mijn gevoel had ik ze in de steek gelaten en op deze manier bleek hoezeer men het mij gunde om een stapje hoger te gaan.

Lang ben ik niet in Cuijk gebleven, want ondanks dat " dat boerke uut Beugen" met de A1 de bisschopsbeker won in Kaatsheuvel in 1983, kon ik er de aard niet vinden. Het voelde niet zoals het in Gassel was en later in Rijkevoort kwam ik wel weer op mijn plek. Daar heb ik nog 12 jaar getraind. Zelfs nog de dames van Toxandria, maar eerlijk gezegd was dat niet aan mij besteed. In die jaren voetbalde ik zelf nog bij de veteranen. Ondertussen kreeg ik René Meulensteen onder mijn hoede. Bij de meeste van de lezers wel bekend als een begenadigd voetballer. Onder Wiel Korver groeide hij uit tot een goede trainer. Later kwam hij in Qatar terecht en nu is zit hij in de technische staf van Manchester United. Een hele mooie carrière dus en met hem heb ik ook nog steeds contact. Soms kwam hij voor advies bij mij en vertelde de mooiste verhalen. Hij zou mij graag eens meenemen naar Engeland, maar dat hoeft voor mij allemaal niet. Ik vind het vooral leuk als hij mij meeneemt naar een wedstrijd hier in de regio, vooral ook om de vele mensen die mij nog kennen en herkennen.

Ik mag mij gelukkig prijzen, mijn vrouw en ik zijn allebei gezond, we gaan overal naartoe, op de fiets, want van een rijbewijs is het nooit gekomen. En roken doe ik ook al zestig jaar, ook al schijnt dat niet meer van deze tijd te zijn, maar ja ik ben ook laat begonnen. Graag zou ik zien, dat bij de amateurs meer geld wordt uitgegeven aan de jeugd. Een goede trainer heeft een eerste elftal in de amateurcompetitie niet nodig, die jongens moeten het al kunnen. De basis is het belangrijkste. Tevens is mijn mening dat het jeugd tegenwoordig ontbreekt aan mentaliteit. Het bijbrengen van de ouderwetse normen en waarden is nodig, daar heb je namelijk de rest van je leven profijt van!



Terug naar het overzicht met artikelen